Aanhangwagen verlichting
Elke Land rover is geschikt voor het trekken van een aanhangwagen of paarde trailer. Hierbij een overzicht van de elektrische aansluitingen.
Aansluitschema 7 polig
Poolnummer DIN-nummer aangesloten verbruiker:
1 L richtingaanwijzer links -> Geel
2 54G mistachterlicht (vroeger: constante-stroomdraad) -> Blauw
3 31 massa -> Wit
4 R richtingaanwijzer rechts -> Groen
5 58R achterlicht rechts + voorlicht + kentekenplaatverlichting -> Bruin
6 54 stoplichten links en rechts -> Rood
7 58L achterlicht links + voorlicht -> Zwart
– Bij contact 2 zijn er 2 mogleijkheden: 1) constante stroom voor binnenverlichting of koelkast 2) Mistachterlicht.
De Multicon stekker komt in twee varianten voor; de Multicon en de Multicon We-ST. Deze zijn onderling niet uitwisselbaar. Wel is het mogelijk een 7-polige stekker (van plastic en niet van metaal!) in een Multicon (of Multicon We-ST) stopcontact op de auto aan te sluiten. Zo kunt u bijvoorbeeld een fietsendrager met 7-polige stekker nog gebruiken (andersom kan niet). De Multicon en Multicon We-ST stekker hebben 13 polen waardoor de bij nieuwe caravans verplichte mistlamp aangesloten kan worden. Tevens is er nu ook een aansluiting vrij voor de accu, koelkast, achteruitrijlampen en bijvoorbeeld een achteruitrijradar. Afgebeeld de gewone Multicon. Bij de Multicon We-ST zijn de platte contacten aan de rand vervangen door ronde pinnen op dezelfde plaats. Ook hier ziet u het gedeelte dat op de auto zit (de stekker aan de caravan zit dus in het spiegelbeeld).
2 54G mistlamp
3 31 massa (voor contact 1 t/m 8)
4 R richting rechts
5 58R verlichting rechts
6 54 remlichten
7 58L verlichting links
8 achteruitrijlampen
9 permanente stroomdraad
10 laadstroom voor accu
11 vrij
12 vrij
13 massa (voor contact 9 t/m 12)
Jeager
De Jeager is ook een 13-polige stekker en is niet uitwisselbaar met de andere stekkers. Afgebeeld de Jeager contra stekker (het gedeelte dat op de auto zit). De stekker aan de caravan zit dus in het spiegelbeeld (verticaal gespiegeld).
2 mistlamp
3 massa (voor contact 1 t/m 8)
4 richting rechts
5 verlichting rechts
6 remlichten
7 verlichting links
8 achteruitrijlampen
9 permanente stroomdraad
10 laadstroom voor accu
11 vrij
12 vrij
13 massa (voor contact 9 t/m 12)
Naast die voor het mistachterlicht zijn sinds 1 januari 2005 ook andere permanente eisen ingevoerd. Voor de categorie lichte aanhangers onder 750 kg zal de verplichting tot het voeren van markeringsverlichting echter nauwelijks voorkomen. De daarvoor geldende afmetingen voor aanhangwagens komen in deze categorie nauwelijks voor. Voor aanhangwagens breder dan 2.10 meter of langer dan 6 meter gelden extra voorwaarden. Wie daarover meer wil weten, vindt de officiële wetteksten hieronder.
Aanhangwagens moeten zijn voorzien van:
• twee stadslichten indien het voertuig breder is dan 1,60 m
• twee richtingaanwijzers aan de achterzijde van het voertuig
• twee achterlichten
• twee remlichten
• een installatie ter verlichting van de aan de achterzijde van het voertuig aangebrachte kentekenplaat
• twee driehoekige rode retroreflectoren aan de achterzijde van het voertuig
• met ingang van 1 januari 2005, één of twee mistlichten aan de achterzijde van het voertuig in het geval van één mistlicht moet dit zich bevinden in of links van het middenlangsvlak van het voertuig
• twee witte retroreflectoren aan de voorzijde van het voertuig
• niet-driehoekige ambergele retroreflectoren aan elke zijkant van het voertuig
• met ingang van 1 januari 2005, twee markeringslichten aan de voorzijde en twee aan de achterzijde van het voertuig, indien het voertuig breder is dan 2,10 m
• met ingang van 1 januari 2005, zijmarkeringslichten indien het voertuig langer is dan 6,00m, aangebracht overeenkomstig de door Onze Minister vastgestelde eisen.
• De stadslichten mogen niet anders dan wit stralen
• De richtingaanwijzers en de remlichten mogen niet anders dan rood of ambergeel stralen.
• De achterlichten en de mistlichten aan de achterzijde mogen niet anders dan rood stralen.
• De kentekenplaatverlichting mag niet anders dan wit stralen en mag niet naar achteren stralen.
• De markeringslichten mogen naar voren niet anders dan wit en naar achteren niet anders dan rood stralen.
• De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen. Indien het achterste zijmarkeringslicht onderdeel uitmaakt van een rood stralend licht dan wel van een rode retroreflector, mag dit licht rood stralen.
Het mistlicht of de mistlichten aan de achterzijde van het voertuig moeten zijn aangebracht
• op ten minste 0,10 meter afstand van de remlichten
• op een hoogte van niet minder dan 0,25 meter en niet meer dan 1,00 meter boven het wegdek.
Indien slechts één mistlicht aanwezig is, moet dit links van het middenlangsvlak van het voertuig zijn aangebracht.
Aanhangwagens moeten zijn voorzien van:
• twee stadslichten indien het voertuig breder is dan 1,60 m en na 30 juni 1967 in gebruik is genomen.
• twee richtingaanwijzers aan de achterzijde van het voertuig.
• twee achterlichten.
• twee remlichten.
• een installatie ter verlichting van de aan de achterzijde van het voertuig aangebrachte kentekenplaat.
• twee driehoekige rode retroreflectoren aan de achterzijde van het voertuig.
• een of twee mistlichten aan de achterzijde van het voertuig indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen.
• twee witte retroreflectoren
• niet-driehoekige ambergele retroreflectoren aan elke zijkant van het voertuig, aangebracht overeenkomstig door Onze Minister vastgestelde eisen.
• twee markeringslichten indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen en breder is dan 2.10 m, dan wel voor 1 januari 1996 in gebruik is genomen en breder is dan 2.50 m.
• zijmarkeringslichten indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen en langer is dan 6.00 m, aangebracht overeenkomstig de door Onze Minister vastgestelde eisen.
• een markering aan de achterzijde van het voertuig, indien de toegestane maximum massa van het voertuig meer bedraagt dan 3500 kg; deze eis geldt niet voor de door Onze Minister aangewezen aanhangwagen waarvan de bouw, de inrichting of het gebruik zich verzet tegen het aanbrengen van de markering.
Artikel 5.12.53
• De stadslichten mogen niet anders dan wit stralen.
• De richtingaanwijzers en de remlichten mogen niet anders dan rood of ambergeel stralen.
• De achterlichten en de mistlichten aan de achterzijde mogen niet anders dan rood stralen.
• De kentekenplaatverlichting mag niet anders dan wit stralen en mag niet naar achteren stralen.
• De markeringslichten mogen naar voren niet anders dan wit, en naar achteren niet anders dan rood stralen.
• De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen. Indien het achterste zijmarkeringslicht onderdeel uitmaakt van een rood stralend licht dan wel van een rode retroreflector, mag dit licht rood stralen.
• De markering aan de achterzijde moet bestaat uit één rechthoekig bord, dan wel uit een set van twee of vier rechthoekige borden, welke zijn voorzien van een rood fluorescerende omranding op een geel retroreflecterende achtergrond.